Dag 16: Mto wa Mbu
Vandaag zouden we naar Mto wa Mbu gaan om een dorpswandeling of een fietstocht te maken. Ronald en ik hadden voor de fietstocht gekregen. Onderweg naar het dorpje zijn we eerst nog gestopt bij een houtsnijwerkwinkeltje. Ze hadden echt schitterend spul, maar ze vroegen er ook belachelijke prijzen voor. Uiteindelijk toch twee leuke dingen gekocht. Verder hebben we nog bij een uitzichtspunt gestaan waar je het Lake Manyara overkeken. Dit is ook een wildreservaat. Dat was echt een schitterend gezicht! Verder hebben we ook de eerste Baobabs gezien! Deze bomen zijn echt gigantisch. Ze hebben maar zes weken per jaar blad en wij hadden wederom geluk, want wij hebben ze dus in blad gezien! Echt prachtige bomen! We zijn ook even gestopt om van een hele mooie Baobab een mooie foto te maken. Ook hadden hier een paar jongetjes een kameleon gevangen, die je voor een paar shilling kon fotograferen
Aangekomen in het dorpje Mto wa Mbu merkten we gelijk dat veel Tanzinianen Nederlands konden. Dit komt omdat het project van de dorpswandeling of de fietstocht is opgezet door de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SNV. We kregen eerst uitleg over het project en daarna werd het tijd om op de fiets te gaan zitten. Het waren natuurlijk geen Hollandse fietsen. Deze fietsen moet je zien als van die oude Nederlandse fietsen zonder versnelling, en als je fietst fiets je automatisch in de derde versnelling. Dus het trapt redelijk zwaar. In het begin hadden we daar niet heel erg last van, we fietsten namelijk tussen bananenplantages door, hier kregen we ook uitleg over de verschillende soorten bananen en met wat voor bananen bananenbier wordt gemaakt.
Daarna kregen we de waarschuwing dat we nu in een gebied kwamen waar veel acacianaalden op de grond lagen en dat we dus goed moesten oppassen omdat we anders een lekker band zouden rijden. Nou het was nog zachtjes uitgedrukt dat er veel acacianaalden op de grond lagen, het lag er mee bezaaid! Het was dus eigenlijk vragen om moeilijkheden. Overigens was de natuur wel prachtig waar we door heen fietsten. Op een gegeven moment kwamen we op een grote vlakte en zagen we een meer en gnoe's! Het meer dat we hadden gezien vanuit het uitzichtspunt lag nu voor onze neus! Het was wel lastig fietsen over de grond daar. Daar hebben ze namelijk heel erg veel last gehad van de El Nino, het meer was erg groot daardoor geworden, en nu was dat allemaal opgedroogd. Dus het was zeg maar opgedroogde grond, waar allemaal dierenhoeven zich in hadden gevormd, dus een en al bobbels was het. Maar het was prachtig om er te fietsen! We hebben praktisch door een groep gnoe's gefietst! En wie kan nou zoiets zeggen! Super! Verderop stonden twee buffels, wel veel verderop hoor, anders is het veel te gevaarlijk. Maar het meisje dat met ons mee was als gids, vond zelfs dit nog te dichtbij. Zij had het niet zo op buffels.
Het stuk naar het meer toefietsen viel nog wel mee. Maar toen moesten we nog terug naar de bosrand en werden we geconfronteerd met een zeer sterke wind. Het was dus echt bikkelen op de terugweg. Er ging nog een fiets kapot waardoor het meisje die ik net had genoemd een stuk terug moest lopen. Maar dat terug fietsen tegen de wind is was echt niet grappig. En dat in de versnelling drie zeg maar, je trapte je de leplazerus en kwam amper vooruit. Ik was dan ook helemaal kapot door die fietstocht, en ik kwam echt niet meer vooruit, misselijk en hoofdpijn en lood in de benen. Maar we hebben het gered! Na een cola'tje en in de schaduw zitten ging het al snel een stuk beter. We kregen met z'n allen de lunch bij een familie thuis. Het waren allemaal traditionele gerechten. Erg lekker!
De mensen die de dorpswandeling hadden gemaakt hebben het ook naar hun zin gehad en hebben ook veel mooie dingen gezien. Na de lunch ging de fietsgroep nog even bananenbier drinken en kijken hoe het gemaakt werd. Oh ja en wie had er een lekke band, ja hoor ikke! Een voordeel, ik kreeg gewoon een echte mountainbike, dat fietst nog eens lekker, maar ja we hoefden maar een klein stukje. Dat bananenbier is niet echt lekker. En als je het gaat drinken moet je eerst blazen zodat je een soort vliesje wegblaast en daarna moet je het drinken. Wel een leuke ervaring trouwens! We hebben ook gezien hoe het gemaakt wordt. Maar goed dat dat erna kwam, want anders weet ik niet of ik het wel gedronken had. Zag er echt niet uit!
Daarna weer terug in de bus en op weg naar het stadje Moshi waar we zouden overnachten. Onderweg was het uitzicht weer fantastisch! Iedereen zat rustig in de trucken plotseling hoorden we een keiharde knal! We hadden een klapband gekregen. Maar Jenga kon nog niet stoppen aangezien we een heuvel afreden, was ook niet zo heel erg aangezien het een truck was met dubbele banden en de binnenste band wa kapot. Onderaan de heuvel natuurlijk wel gestopt en was het tijd om de band te verwisselen. De mannen hebben goed werk geleverd. We waren vlakbij een dorpje gestopt waar het een drukte van belang was.
We zijn er naar toe gelopen met een paar dames. Wat bleek nou, waren ze voedsel aan het uitdelen, nou ja uitdelen, tegen een zeer goede prijs. Het was dus voedselhulp. Iedereen keek ons echt aan. Het was echt de vraag wie wie nu aan het bewonderen was. We hebben geprobeerd een beetje te communiceren met hen, maar dat was toch wel erg lastig. Was wel erg leuk! Die klapband vonden we dan ook helemaal niet erg. Nadat de band was verwisseld konden we weer verder. Ronald ging voorin zitten met Jenga. Albert was al naar de stad om inkopen te doen. Ronald heeft wel wat gemist want wij hebben in de verte een tornado gezien, heel apart, zo'n slurf van tot aan de grond tot de wolken, en ze zag er echt van alles omheen draaien.
Uiteindelijk kwamen we in Moshi aan. We zouden de Kilimanjaro moeten zien, maar door de bewolking ging dit feestje niet door. We hebben op het dak van het hotel gegeten en daarna zijn we al snel naar bed gegaan. Nou het hotel was echt helemaal niets en van slapen kwam het ook niet aangezien het een en al lawaai was.